Nationaal Park Durmitor
Expeditie Overland

Reisverslag Dag 11 – 16: Bosnië en Herzegovina & Montenegro

In totaal hebben we inmiddels 3240 kilometer afgelegd. Na Kroatië gingen we naar Sarajevo, wát een mooie en indrukwekkende stad. In plaats van mijn onterechte aanname dat ik overal betonnen Sovjetflats zou vinden, liepen we door de nauwe steegjes in het historische, Ottomaanse centrum. We hebben veel geleerd over het heftige oorlogsverleden en de verdeeldheid die nog steeds in het land heerst. Daarna richtten we onze pijlen op Montenegro. We reden over de kronkelige bergweggetjes van het adembenemende Durmitor National Park, bezochten het heilige Ostrogklooster en maakten een boottochtje over het meer van Shkodër.

Bosnië en Herzegovina: Mostar en Sarajevo

Hoewel we het makkelijk nog een paar dagen konden uithouden in het fotogenieke Dubrovnik, besloten we om verder te reizen naar Sarajevo. Een voor ons nog onbekende bestemming die ons aantrok door de heftige, recente oorlogsgeschiedenis. Hier wilden we graag meer over leren. Ook Bosnië als land wisten we eigenlijk verrassend weinig over. Tijd om daar verandering in te brengen dus.

We staken de grens over bij het stadje Neum. Fun fact: dit is het enige stadje aan de slechts 25 kilometer lange kustlijn van Bosnië. Het was de eerste grens op onze expeditie die niet open was, want we verlieten de Europese Unie. Zo voelde het echter niet, want de douanebeambte gunde onze paspoorten amper een blik waardig. Al met al duurde de grensovergang maximaal een minuut.

Onderweg naar Sarajevo stopten we eerst in het dorpje Mostar, waar je een van de bekendste bruggen in Europa vindt. De originele brug stortte tijdens de oorlog in het land in de jaren ’90 in en verdeelde daarmee de lokale bevolking in twee kampen die aan weerszijden van de brug leefden. Inmiddels is de brug herbouwd en opgenomen in de werelderfgoedlijst van UNESCO.

Vervolgens reden we door naar Sarajevo. In het centrum huurden we een appartementje voor 30 euro per nacht. We hadden al gelezen dat parkeren een uitdaging kon zijn, maar gelukkig zat er bij dit appartement een garage waar onze auto nét in paste. En als kers op de taart zat er een privésportschool in de kelder, bewaakt door de pitbull van de eigenaar die ons nauwlettend in de gaten hield. Voor het eerst echt weer eens lekker kunnen sporten, hoera!

Om de stad beter te leren kennen deden we een walking tour van Meet Bosnia, de bekendste touroperator in de stad. Tot onze verbazing bestond het centrum uit kleine, Ottomaanse straatjes met bazaars, moskeeën en bakkerijtjes waar ze baklava verkochten. Dit waren geen grimmige, betonnen Sovjetflats met kogelgaten. Dit was een gezellig, historisch centrum vol leven! Hopelijk vergeven jullie me mijn onwetendheid, maar dit was echt een hele positieve verrassing voor mij.

Maar, zoals we de dag erna zouden zien tijdens een tour over de belegering van Sarajevo, heb je óók grimmige, betonnen Sovjetflats met kogelgaten. Onze timing was bijzonder: het was precies 32 jaar geleden dat de belegering van Sarajevo begon. De belegering duurde in totaal 4 jaar, en is daarmee een van de langste belegeringen van een stad in de moderne geschiedenis. De horror van het dagelijks leven van mensen in de stad tijdens de oorlog werd al snel duidelijk. De mensen in Sarajevo konden jarenlang geen kant op, omdat de heuvels die om de stad heen lagen bezet waren door Serviërs met zwaar geschut en sluipschutters.

We reden langs een eindeloos pad van lege schoenen, die de meer dan 11.500 slachtoffers in de stad symboliseerden. De tour bracht ons onder andere naar de beruchte ‘sniper alley’, een weg waar meer dan duizend inwoners (onder wie meer dan 200 kinderen) werden neergeschoten door sluitschutters. We reden langs een drukke markt, waar meerdere zware bomaanslagen zijn geweest. We liepen door de krappe tunnel die de mensen in Sarajevo en het Bosnische leger naar elkaar toe hadden gegraven, onder het vliegveld door, om de stad te kunnen bevoorraden. Het was heel indrukwekkend. Vooral ook het besef dat het nog helemaal niet zo lang geleden is. Mensen die even oud zijn als wij, of ouder, hebben dit allemaal meegemaakt. Dat is nog lang niet vergeven en vergeten.

Er is dan ook nog een enorme verdeeldheid in het land. Uiteindelijk helemaal niet gek, als je weet hoe de oorlog is “geëindigd”. Het werd me steeds duidelijker dat er sprake is van een staakt-het-vuren, in plaats van vrede zoals wij dat kennen in Nederland. Onze gids, een Bosniak die in Sarajevo woont, werd zichtbaar gespannen toen we het gebied van de Bosnische Serviërs inreden, oftewel de Republika Srprska. Langs de weg hingen Servische vlaggen, en we zagen zelfs een gedenksteen voor Ratko Mladić, de opperbevelhebber van de Bosnisch-Servische troepen tijdens de oorlog. Hij staat ook wel bekend als ‘De slager van Srebrenica’ en is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf wegens genocide, oorlogsmisdagen en misdagen tegen de menselijkheid. Een man die dus door sommige mensen nog als held gezien wordt.

Ik vroeg aan onze gids: “Hoe is het dan voor jou, om hier te zijn?” Hij gaf aan dat hij het inderdaad niet prettig vond. Hij zei: “Ik zorg er in ieder geval voor dat ik altijd mijn waardevolle spullen uit mijn auto haal als ik hier moet parkeren. En mijn geld. Als ze me dan neerschieten, dan laat ik in ieder geval niets waardevols voor ze achter om ze mee te financieren.” Voor ons misschien onvoorstelbaar, voor veel mensen in Bosnië de dagelijkse realiteit. Het deed me maar weer eens beseffen hoeveel geluk we hebben dat we in Nederland zijn geboren en hoe bevoorrecht we zijn in deze wereld. Met de woorden van onze gids nog in ons achterhoofd reden we na drie indrukwekkende dagen naar de grens met Montenegro.

Montenegro: Durmitor, Ostrogklooster en het Shkodër meer

Ons plan was om de ‘Durmitor loop’ te rijden, een route door de bergen van het Durmitor National Park van zo’n 80 kilometer. Onderweg was er een plekje waar je mocht wildkamperen, en dat zagen we wel zitten na een paar dagen stad. Naarmate we verder reden werden de wegen kronkeliger, de bochten scherper en de afgronden hoger. De groene, kale weiden maakten plaats voor pakken sneeuw, naast én op de weg. De eerste paar besneeuwde wegen gingen nog prima, maar langzaamaan werd het onherbergzamer.

Uit het niets doemde een auto op in de verte die ons lichtsignalen gaf. De eerste auto die we in uren hadden gezien. Uiteraard stopten we. De chauffeur vertelde ons dat er te veel sneeuw op de weg lag verderop om verder te gaan. Met een blik op onze auto voegde hij eraan toe dat ‘wij er misschien wel doorheen komen’. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen natuurlijk. We reden door, maar de natuur won al snel van ons. We werden meer een sneeuwschuiver dan een auto. De wielen bleven draaien en de sneeuw bleef zich ophopen voor de auto. Er zat nog weinig beweging in. Helaas, toch omkeren dan maar. Het was overigens geen vervelende plek om te eindigen. De panoramische uitzichten over de hoogvlakten, gletsjers en sneeuw waren adembenemend mooi. Het was voor mij de highlight van de reis tot nu toe.

Inmiddels was het half 7, de zon ging bijna onder en wildkamperen is verboden in Montenegro. Met gepaste haast reden we terug over de kronkelweggetjes naar het eerstvolgende dorpje. Volgens onze gedownloade kaart zat daar een guesthouse. Fingers crossed dat ze open zouden zijn. En ja hoor: we mochten voor een tientje onze tent opzetten in hun tuin en gebruik maken van hun sanitair, inclusief een warme douche. Ook hadden ze een restaurant met heerlijk eten en koude biertjes. Ik was snel overtuigd. Tijdens zonsondergang klapten we onze tent uit – dat was weer in 2 minuten gepiept – en de rest van de avond zaten we lekker knus bij de houtkachel met koud bier. Een soort wildkamperen voor dummies dus.

’s Ochtends werd ik 5 minuten voor de start van de Formule 1 race wakker. Ik maakte Marcel wakker, we renden naar het restaurant met wifi en zagen weer een overwinning voor Maxie. Dat we hoog in de bergen ook nog live naar een F1 race konden kijken was een flinke bonus.

De rest van de dag slalomden we over de prachtige wegen van het park, langs diepe kloven, heldere bergmeren en diepgroene bossen. Om ook nog wat kilometers te maken reden we door naar de zuidgrens van Montenegro, waar we in het donker aankwamen bij het meer van Shkodër. Onderweg bezochten we nog het Ostrogklooster, een uit de rotsen gehakt klooster en één van de heiligste plekken voor orthodoxe katholieken in het land. Mensen waren aan het bidden, kusten de muren en bogen voor een heiligman die lag begraven. Onder het gezang van monniken liepen we langs de eeuwenoude mozaïeken en fresco’s die de muren versierden.

We sloten onze tijd in Montenegro af met een boottochtje over het meer van Shkodër, waar vooral in de zomer het water bedekt wordt door zeeën van waterlelies. Hoewel de waterlelies nog tot bloei moesten komen, genoten we volop. Het was zo’n 25 graden (10 graden warmer dan normaal in april, volgens de locals) en de zon scheen. Onze zomer is begonnen. En volgens de weersvoorspelling zou dat nog wel even zo doorgaan met temperaturen van minimaal 23 graden aan de Albanese rivièra. Onze volgende bestemming.

Wat ik mooi vind is dat we echt leven in het hier en nu. We maken ’s ochtends een plan voor de dag, heel soms voor de dag erna en in uitzonderlijke gevallen voor de dag daarna. Wat een contrast met ons leven in Nederland waar de dagen volgepland zitten, werkafspraken zich stapelen op nog meer werkafspraken en waar we zo weinig tijd hebben. Vanuit hier lijkt dat gekkenwerk. Ervaren hoe het is om tijd te hebben – écht tijd – is heel bijzonder en fijn. Ik kan me niet voorstellen dat ik weer zou kunnen wennen aan dat snelle leven. Maar waarschijnlijk als je terug bent in Nederland weet je na 2 weken weer niet beter. Ach, dat zijn zorgen voor later waar ik me nu vooral niet druk om ga maken.

● ● ●

Volg de expeditie op Instagram voor realtime updates en nog veel meer foto's en video's!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactiegegevens worden verwerkt.